top of page

René van Dijk - A.C.: Artificial Celebrity


Illustratie door Anke Knapper

De late namiddagzon kleurt nog net de toppen van de perfect gemanicuurde groene bomen die de brede boulevard omlijsten. Het is zomers weer en de mensen, op weg naar huis van hun werk, dragen jasjes en vesten losjes over de arm. De gebouwen geven, met hun subtiel gewelfde daken en glazen façades, de kantoorwijk een retro-futuristische 2020-look.

De modernistische architectuur uit een door de toekomst geobsedeerd recent verleden creëert een subtiel spel van licht, vorm en schaduw. Het beeld wordt compleet verknald door felle 3-dimensionale neon sexreclames. Halfnaakte holografische strippers dansen met de forenzen mee in steeds wildere pogingen om hun aandacht te trekken. Niemand kijkt op.

 

In de supermarkt weet Anicia de laatste tofu te grijpen. Aan het eind van de dag zijn de schappen vaak leeg. Ze haalt ook een pak sobanoedels. Groenten heeft ze nog in huis. Nu kan ze eindelijk dat perfecte gerecht om over te bloggen eens uitproberen. Ze had er heel mooie foto’s van gezien. Voor de zekerheid haalt ze ook iets kant en klaars.

Onderweg naar huis in de metro ziet ze een man met robotische spinnenbenen. Hij heeft moeite met de metrodeuren. Anicia ziet de mensen staren, maar niemand helpt. Een medewerker spreekt hem aan. Ze staan nog op het perron te discussiëren als de metro weer verder rijdt.

 

Thuis maakt ze, na het bloggen van haar eten, espresso in een heel klein kopje en zit dan op een stapel kussens voor het raam. Anicia geniet van het leven. Dat weet iedereen. Een enkele blik op haar online profile laat dat zien. Ze heeft al een hele lijst aan reacties op haar laatste post. De meeste klinken jaloers. Ze leest ze allemaal nog een keer. Dan maakt ze een foto van haar kopje met de regendruppels op het raam als achtergrond. Het licht is helaas niet goed genoeg voor een selfie.

Het bezoekersaantal voor haar blog valt opnieuw laag uit. Een handjevol mensen scrolt langs haar artikel, maar terwijl ze de cijfers in bed ligt te bekijken, ziet ze haar populariteit weer dalen. Een celebrityblog heeft een bijna identiek bericht geplaatst en de mensen tuimelen over elkaar heen om positief te reageren. “Zo uniek,” zegt de bovenste en Anicia voelt de vertrouwde frustratie weer omhoogkomen. Ze knippert de tranen uit haar ogen. Al vanaf jonge leeftijd hadden Anicia en de mensen in haar omgeving geweten dat ze bijzonder was. Een geboren celebrity. Op een of andere manier heeft ze de kans nooit gekregen.

Nu vond ze zichzelf in een klein appartement met een kleine baan en kleine mogelijkheden. Een doodnormaal leven waar ze niets van wilde weten. Misschien was ze toch niet bijzonder genoeg?

“Ik ben niet saai,” snikt ze zachtjes. “Ik ben niet gewoon. Ik ben bijzonder.” Ze denkt terug aan wat ze in de metro zag en realiseert zich dat dat iets is waar ze wat aan kan doen.

 

De fluorescerende afbeelding op de gevel van de kliniek is er een van een vrouwenhoofd zonder lichaam, maar met in plaats daarvan een grote schroef onder de nek. Verschillende robotische vormen knipperen in felle kleuren onder het hoofd voorbij. Een zilveren vrouwenlichaam, een gevleugelde roboslang en een of ander harig beest op twee poten. Bij de laatste knipperen neonletters: Echt bont.

In de receptiekamer van de kliniek is bijna alles wit of chroom. Het decor is strak en minimalistisch en er is een hoop lege ruimte. Zo kun je zien dat het een dure zaak is, weet Anicia en dat betekent goede kwaliteit. De man achter de balie is erg knap en geeft haar een fonkelende glimlach. Hij heeft brede schouders en lichtzilveren mechanische armen. Ze bewegen net zo soepel als echte armen en Anicia kijkt bewonderend naar de subtiele beweging van zijn gespierde biceps als hij haar een formulier aanreikt. Hij ziet haar kijken en glimlacht nog net iets breder. Anicia haast zich met haar formulier naar een tafeltje.

In het midden van de ronde tafel zit een kleine 3D-projector. Anicia bladert door het menu en selecteert een aantal dingen. De projector knipt aan en de 3D-projectie van een model met bionische onderbenen neemt een pose aan op de tafel. Ze draait het model een paar keer rond en zoekt dan verder. Eigenlijk weet ze al wat ze wil. Anicia selecteert het exocorset. De projectie knippert. Het model heeft nu alleen een bikini aan. Haar perfect strakke middel wordt geaccentueerd door een zestal gloeiende verticale strepen. Anicia past de omtrek van de taille aan tot iets waarvan ze denkt dat het bij haar lijf zou passen en selecteert een kleur. Ze wil het niet al te robotisch, maar een beetje robo mag wel. Ze staart een tijdje naar de projectie, vult haar formulier in en slaat de wijzigingen op. De man achter de balie glimlacht opnieuw als ze haar formulier inlevert.

 

Het liefst wil Anicia live streamen als ze naar de kliniek toe gaat, maar de arts had gezegd dat ze geen make-up op mocht doen, dus houdt ze het maar bij foto’s van de omgeving en een paar bodyshots. “Before” pleistert ze er alvast in grote letters overheen. De operatie zou een paar uur duren, hadden ze gezegd. Ze weet niet of haar hart zo bonst omdat ze bang is of omdat ze niet kan wachten op het resultaat.

 

Het licht doet pijn aan haar ogen als ze langzaam wakker wordt. Ze tuurt door spleetjes naar de ouderwetse tl-balken op een beige gestuukt plafond.

“Gelukkig,” zegt een stem. “Je bent wakker.”

Anicia kijkt voorzichtig rond, met waterige ogen.

Een dokter, in herkenbare witte doktersjas, zit op een stoeltje naast haar bed.

Hij kijkt op van de tablet in zijn handen en fronst naar haar.

“Je hebt nooit gezegd dat je een bestaande medische aandoening had.”

Anicia schudt zachtjes met haar hoofd.

“Nee, hoor,” kraakt ze zachtjes. Haar keel is gortdroog en haar stembanden voelen raar. Ze voelt zich eigenlijk helemaal raar. Dof en gevoelloos. Ze probeert haar hoofd op te tillen, maar dat blijkt veel te zwaar.

“Er is geen makkelijke manier om dit te zeggen, Anicia. De complicaties waren zeer ernstig. Je hebt waarschijnlijk Asfelds syndroom.”

Hij pauzeert net alsof dat haar iets zou moeten zeggen.

“Er moest tijdens de operatie een snelle beslissing genomen worden. Daarom zijn we overgegaan op amputatie.”

Het woord hangt zwaar in de lucht.

“Amputatie?”

“Dat klopt,” antwoordt de dokter.

Alsof ze een emmer koud water over zich heen krijgt, schrikken haar gedachten wakker.

“Wat is er weg?” stamelt ze. “Wat hebben jullie gedaan?”

De dokter blikt even op zijn tablet.

“Hoe erg is het?” krast ze zo hard als haar stem toelaat. “Hoe erg is het?”

De dokter zucht.

“Ik wil dat je rustig blijft,” zegt hij. “Niemand heeft er wat aan als je in paniek slaat en in jouw staat is te veel opwinding niet goed voor je.”

Anicia hapt naar adem.

Ze wil rechtop gaan zitten, maar niets lijkt te doen wat ze wil.

“Het is uiteindelijk echt je eigen schuld,” vervolgt de dokter. “Laten we daar heel duidelijk over zijn.”

“Zeg het me,” hijgt Anicia.

Ze voelt zich plots opgesloten. Geen van haar ledematen wil in beweging komen.

De dokter kucht. Hij lijkt nu zenuwachtig en blikt nog eens naar zijn tablet voor hij op formele toon vervolgt:

”De reactie was zo heftig dat we helaas genoodzaakt zijn geweest om het gehele lichaam te amputeren. We hebben je hoofd gescheiden van het lichaam.”

Anicia opent haar mond en sluit hem weer.

Ze hapt een paar keer als een vis op het droge.

De dokter schuifelt wat in zijn stoel.

“We raden mensen af om niet noodzakelijke medische ingrepen uit te laten voeren, weet je,” zegt hij.

Hij lijkt zich te realiseren hoe hij klinkt en richt zijn aandacht weer op zijn tablet. Hij scrolt wat en vervolgt:

“Het is tegenwoordig gelukkig mogelijk om een redelijk normaal leven te leiden met een synthetisch lichaam.”

“Een synthetisch lichaam?” piept Anicia.

“Dat klopt.” Hij legt de tablet weg. “Ik begrijp dat bewegen nog lastig is, maar we kunnen nu je wakker bent gaan kalibreren. Wil je het zien?”

Er klinkt wat enthousiasme door in zijn stem.

Hij trekt voorzichtig de dekens weg en helpt Anicia haar hoofd iets op te tillen. Ze tuurt naar beneden. Onder haar nek zit een dof metalen chassis in de vorm van een ribbenkast met daaronder een metalen ruggengraat die uitmondt in een bekken. Haar armen en benen zijn dunne mechanische uitsteeksels met bekabeling aan de buitenkant.

Anicia probeert te slikken, maar haar mond is nog te droog.

“Het nieuwste van het nieuwste.” zegt hij. “Dankzij Cyberlife.”

“Ik ben een robot?” vraagt Anicia.

De dokter controleert iets aan haar arm.

“We gebruiken liever de term cybernetisch persoon.”

Anicia begint zachtjes te huilen.

 

Twee weken later zit Anicia op de rand van haar bed en luistert naar de woordvoerder van Cyberlife. Hij gebruikt een hoop juridische terminologie en is zakelijk en kortaf. Het klinkt als een vooraf ingestudeerd verhaal. Nadat hij uitgesproken is valt er een stilte.

Anicia staart naar haar mechanische benen.

“Ik wist niet dat ik een medische aandoening had,” zegt ze uiteindelijk.

“Dat maakt helaas juridisch gezien geen verschil,” zegt de woordvoerder. “Onwetendheid is geen excuus.”

Anicia kijkt boos op.

“Wat nu?”

“Er ligt een betalingsverantwoordelijkheid,” antwoordt de woordvoerder.

“Ik kan dit niet betalen,” zegt Anicia.

Ze gebaart vaag in de richting van de tablet waarop de woordvoerder haar eerder een bedrag heeft laten zien dat veel te veel nullen had.

“U heeft een maatschappelijke verantwoordelijkheid,” zegt de woordvoerder. “Als u niet betaalt, draait iemand anders er voor op. Dat is toch ook niet eerlijk?”

Anicia voelt een traan langs haar wang rollen. Ze brengt haar hand omhoog om hem weg te vegen, maar schrikt terug van de aanraking van haar eigen metalen vingers.

“Dus nu moet ik door het leven als een hoofd in een potje.”

De woordvoerder schudt geschokt zijn hoofd.

“Nee, natuurlijk niet. Dat zou compleet inhumaan zijn. Uw lichaam blijft echter eigendom van Cyberlife. Wij gaan met u verder kijken naar mogelijkheden voor uiteindelijke afbetaling. Er zijn meer androïde robots die zo’n proces hebben doorlopen.”

“We zeggen liever cybernetisch persoon,” mompelt Anicia.

 

"Moet dat?" verzucht de vermoeide sales engineer. Hij zit met zijn ellebogen op de tafel, zijn hoofd rustend op zijn handen met zijn blik half geïnteresseerd op de tablet die voor hem ligt. Hij friemelt aan zijn oortje en zucht.

“Goed, stuur hem maar door. Ik kan de sale wel gebruiken.”

De klant komt niet veel later binnen en de sales engineer zet een brede grijns op. Hij staat op en schudt de klant zijn hand. De klant, een grote bebaarde man in een gekreukeld shirt, doet zijn verhaal uit de doeken. De sales engineer knikt en doet alsof hij luistert.

“Ik heb precies wat u nodig heeft,” valt hij de man uiteindelijk in de reden.

“Dit model is headliner geweest op meerdere landelijke festivals,” vertelt hij terwijl hij op zijn tablet tikt.

“Ze heeft een groeiende online presence, met name bij twintigers, en haar fashion en coffee blog is zeer invloedrijk.”

De klant knikt aarzelend.

“Ik zat zelf te denken aan een boyband. Die zijn toch nog steeds populair?”

De sales engineer glimlacht.

“Boybands werken goed, maar hebben niet de demografische flexibiliteit die u zoekt.”

De deur schuift open en Anicia komt binnen. Ze stopt midden voor de tafel en zet een hand op haar heup.

“Dit is de standaardpose,” legt hij uit. “U kunt zelf allerlei houdingen of maniertjes instellen. Net wat u wil.”

De klant loopt een keertje onderzoekend om haar heen.

“Ze zijn zo echt,” merkt hij op, duidelijk onder de indruk. “Vooral het gezicht. Ze kijkt alleen zo verdrietig.”

De sales engineer glimlacht.

“Dan zou u onze politici eens moeten zien.” Hij wacht tot de klant een flauw glimlachje terugschiet.

“Nee, maar even serieus. Als ze de openbaarheid intreedt werkt ze precies volgens specificaties. Geloof mij, ze is een geboren celebrity.”

EINDE


bottom of page